riatasaus.reismee.nl

Erskine Falls en Cora Lynn Cascade

Vrijdag 23 febr. Vanochtend weer ontbijt op het balkon met nog vier andere gasten. Het regende, maar het was niet koud. Daarna met de auto vertrokken om naar de 8 km verder gelegen Erskine Falls te rijden. Vanaf de parkeerplaats moest je nog 200 m allemaal trappen af om onderaan de waterval te komen. Mijn Nederlandse medegasten waren er ook. Het was een sprookjesachtig gezicht daar beneden. Erg mooi met al die boomvarens in zo’n tropisch bos. Dit was natuurlijk geen erg lange wandeling en ik wilde nog wel wat meer. Halverwege terug met de auto was een picknickplaats en van daaruit kon je naar de Cora Lynn Cascade (2 km). Het was een mooi pad dat langzaam naar beneden liep. Ik kwam op de heenweg in totaal vier mensen tegen. Later werd het smaller met wat trapjes tot bij het water. Schitterende plek om even koffie te maken en te genieten. Er was verder niemand. Na een half uurtje ben ik weer terug gegaan en toen liepen er ineens 2 jongens achter me. Bleken het twee Nederlandse broers te zijn die in Schagen op school gezeten en in Tuitjenhorn gewoond hadden. Ze waren iets jonger dan mijn kinderen, dus net niet bij ze in de klas gezeten. Wat is de wereld toch klein. Samen opgelopen tot de parkeerplaats en ongemerkt ben je al pratende dan zo weer terug. Toen had ik nog een hele middag. Eerst maar eens aan de boulevard gekeken wat er voor eettentjes waren. Ik kon geen besluit nemen en had ook nog geen honger. Dus ben ik eerst het strand afgelopen tot aan de monding van de Erskine River. Volgens de kaart is het een brede stroming in de oceaan en kun je er niet verder. Het was echter nog maar een zielig stroompje dat je eventueel zo over kon steken. Ik ben langs de rivier terug gelopen en kwam al gauw bij een leuk eethuisje. Ik snap niet veel van wat er allemaal op die menukaarten staat en heb advies gevraagd aan een leuke jongen die wel op Viktor leek. Ik wilde in ieder geval iets met groente. Hij adviseerde me iets met “kale” dat ook nog lekker voedzaam was. Kreeg ik een bord met toast, ei, avocado en veel groente dat op rauwe boerenkool leek. Pijnboompitten en een lekker sausje maakte het compleet. Het was heerlijk. Later opgezocht en het was inderdaad boerenkool ha ha. ‘s Avonds nog een wandelingetje gemaakt naar Teddy’s Outlook. Er zouden Kangaroos en koala’s te zien zijn. Helaas, niet gezien, alleen een kat. Hopelijk vinden jullie mijn verhalen niet te langdradig worden. Het is voor mijzelf ook een manier om bij te houden wat ik allemaal beleefd heb. Het is zo veel dat je het niet allemaal onthouden kunt. Allemaal bedankt voor de reacties en tot morgen. Dan ga ik weer verder naar het westen.

Phantom Falls

Donderdag 22 febr. Vannacht heeft het geregend en vanochtend is het droog en bewolkt. Na een heerlijk ontbijt op het balkon nog wat advies gevraagd aan de gastvrouw over wandelingen. Nou, er zijn genoeg mogelijkheden hier. Eerst de steile straat afgelopen naar het strand. Daarna over een historische tramway track langs het strand en later over smalle paadjes met steeds uitzicht op de oceaan en de Great Ocean Road. Tot aan de St George River (een klein stroompje maar) en daar het bos in. Af en toe kom ik iemand tegen en verder hoor je alleen maar vogels. Er vliegen hier ook witte kaketoes met een gele kuif rond. Verder hele mooie kleine vogeltjes met allerlei kleuren. Ik wilde naar de Phantom Falls. Steeds een goed pad, later breder en heel steil. Wel oppassen voor slangen, maar die heb ik niet gezien. Wel wat salamandertjes. Met drie andere mensen opgelopen tot boven de waterval. Althans, wat een waterval moest zijn. Er was geen water, niet eens een klein stroompje. Alles was droog. Alleen maar rotsen. Ook mooi, maar je verwacht natuurlijk wat anders. Het was inmiddels ook wat zonniger geworden en behoorlijk warm (maar ik klaag niet hoor). Je moet je hier goed insmeren tegen de zon, want zelfs als het bewolkt is kun je verbranden. Ook altijd iets op je hoofd zetten. Mijn hoedje ben ik vorige week verloren, dus heb ik maar een nieuwe gekocht. Daarna afgedaald naar een klein watertje onderaan de rotsen en via een andere weg teruggegaan naar Lorne. Het laatste stuk was weer zo’n gravelweg en als je daar loopt terwijl er een auto voorbij komt wordt je lekker stoffig. Daar is de douche straks goed voor. Verder weer naar de boulevard met allerlei winkeltjes en eetgelegenheden. Ik zal er wel raar bijgelopen hebben met rugzak en bergschoenen. Iedereen loopt op slippers. Nou ja, ze kennen me hier toch niet. Daar wat gegeten en voldaan weer naar naar mijn B&B. De hele dag onderweg geweest en het was weer een schitterende dag.

Van Tasmanië, via Melbourne naar Lorne

Woensdag 21 febr. Ja en dan zit de helft van mijn reis er al weer op. Vanmorgen om 6:30 uur weggereden. Ik moest ongeveer 80 km rijden naar het vliegveld van Hobart. Het was al licht en rustig op de weg. Er lagen erg veel dode wallaby’s langs de weg. Ik ben de tel kwijtgeraakt, maar ik denk dat ik er vandaag wel 20 of meer gezien heb. En ook was goed te zien dat er eerdere jaren bosbranden geweest waren. Veel zwart en dood hout. De auto volgetankt en ingeleverd bij het vliegveld. Met een half uur vertraging in Melbourne aangekomen. Kon van boven af mooi die grote wolkenkrabbers van het centrum zien liggen. Ik had een mooie gekleurde riem om mijn koffer en die was verdwenen. Gevraagd bij de bagage claim en ik kreeg zo een andere. Ze hadden een hele bak vol. Gebeurd dus wel vaker ha ha. En toen mijn volgende auto ophalen. Er werd druk heen en weer getelefoneerd en ik snapte er al niets van. Vroeg die mevrouw of ik een kleine auto wilde. Nou had ik die ook besteld, maar ik zei dat een grotere ook geen bezwaar was. Ze zei dat ik een grotere kreeg met hoge instap voor dezelfde prijs. Ik moest wachten in een hele grote garage en daar kwam de grote broer van mijn eigen auto aan. Wouw, een zilverkleurige Mitsubishi ASX. Nou, ik vond het prima en ook nog met cruise controle. Dat is wel prettig voor een van de laatste dagen, want dan moet ik een keer 400 km rijden. Ruim de tijd genomen om me te installeren en toen op weg. Eerst een heel stuk met allerlei snelwegen. Je mag hier zelfs fietsen op de vluchtstrook. Maar ik heb er geen een gezien. Ik had inmiddels wel honger gekregen en heb toen heel ongezond een hamburger en frietjes gegeten bij Hungry Jack’s, een soort McDonalds. Voorbij Geelong begon de Great Ocean Road. Een mooie weg langs de kust. Het was buiten 30 graden, maar daar had ik in de auto geen last van. Af en toe een fotostop en toen rustig naar Lorne gereden waar mijn volgende onderkomen is. Deze keer een B&B in Franse stijl. Mooie kamer en de komende 3 dagen lekker ontbijten. Er zijn nog een stel Nederlanders, dus dat gaf weer wat aanspraak. Eind van de middag nog even naar het centrum gelopen en wat boodschappen gedaan. Ik kreeg een folder, “Lorne walks en waterfalls”, dus die ga ik nog even bestuderen. Tot zover vandaag.

Stewart Bay

Dinsdag 20 febr. Het is vanochtend bewolkt, windstil, maar gelukkig wel droog. Ik vind het zelfs zo koud dat ik de airco/verwarming maar even aangezet heb. Dat is een apparaat dat aan de muur hangt en zowel kan verwarmen als kan koelen. Wat een herrie maakte dat ding. Ik had een wandeling uitgezocht vanuit Fortescue Bay in het Tasman National Park. Eerst een paar kilometer naar het noorden en dan rechtsaf. Blijkt het nog 12 km gravelweg te zijn. Nou ja, vooruit maar. Kwam een aantal grote auto’s tegen die hard reden en veel stofwolken veroorzaakten. Bovendien was de weg erg slecht. Na 2 km hield ik het voor gezien en ben omgedraaid. Ik had geen zin in weer zoveel kilometers te hobbelen. Toen besloot ik eerst maar een rondje over de B37 over het schiereiland te rijden. Had ik eigenlijk voor vanmiddag gepland. Afwisselend bos en open stukken met uitzichten op weer een baai. Nubeena is de enige iets grotere plaats en daar ben ik gestopt. Nou, het stelde niet veel voor. Er was weinig te beleven. Er was een soort wandelboulevard langs de baai en die ben ik een eind afgelopen. Opeens hield het op en kon je ook niet verder langs de weg lopen. Althans dat leek me te gevaarlijk. Links naar boven was de Johnson Street. Vond ik wel leuk, dus ben daar naar boven gelopen. Ook niks te beleven. Liep dood bij 2 huizen. Dus maar weer terug naar de auto. Het was allemaal een beetje deprimerend met dat sombere weer. Toen ik bij mijn huisje kwam, ja hoor, daar kwam de zon er door. Op mijn terras gegeten en een wandeling hier in de buurt uitgezocht. Ondertussen liep er ook nog een wallaby onder het terras door. Er was een mogelijkheid om een eind langs het strandje, waar ik op uitkijk, te lopen en dan een stuk het bos van Stewart Bay State Reserve in. Eerst het pad vanaf het strand verkeerd gelopen, waardoor ik op een camping uitkwam. Daar stond weer een bordje en dan zou je naar het einde van een schiereilandje kunnen lopen. Leuk paadje maar na een tijdje hield het op. Dus maar weer terug m.b.v. Maps.me. Heel handig om te zien waar je bent. Inmiddels werd het steeds mooier weer. Dan ziet alles er ineens een stuk vriendelijker uit. Nog wat foto’s gemaakt onderweg en de rest van de middag op mijn terras gezeten. Straks nog even bij het restaurant dit stukje op de blog zetten en dan alles inpakken, want morgen moet ik vroeg op om naar Melbourne te vliegen.

Naar Port Arthur

Maandag 19 febr. Vanochtend was ik vroeg wakker en ik hoorde de pinguïns weer. Weer wezen kijken met de zaklantaarn, maar ik kreeg ze niet te zien. Misschien heb ik er het geduld ook niet voor. Na alles weer ingepakt te hebben ben ik naar het zuiden vertrokken. Ongeveer 180 km naar Port Arthur. Eerst dezelfde weg terug en toen steeds de A3 blijven volgen. Het is rustig op de wegen en af en toe ga ik even de kant in om een auto die haast heeft te laten passeren. In Triabunna eindelijk een leuk restaurantje gevonden en een heerlijke cappuccino gedronken. Na Orford moest ik rechtsaf en even later werd het een gravel weg. TomTom en Maps.me gaven allebei deze weg aan, dus zal het wel goed zijn. De eerstvolgende afslag was pas over 24 km. Nou ja, de weg zag er wel goed uit, dus vooruit dan maar. Maar na een tijdje werd de weg steeds slechter. Op en neer met veel bochten door het, naar later bleek, Wielangta Forest. Ik ben de hele weg een paar auto’s en motoren tegengekomen en wel meer dan tien dode en één levende Walibi. Ik dacht er na die 24 km te zijn, maar er kwam, na een uitzichtpunt, nog 5 km gravel bij. Was blij dat ik weer op asfalt reed toen ik op de C335 kwam. Helemaal door elkaar geschud en een hele stoffige auto. Achteraf had ik ook via de kust kunnen rijden, maar ach, het was wel avontuurlijk. Daarna moest ik via de A9 (ha ha, wel wat anders dan onze A9) verder naar het Tasman Peninsula. Vlak voor Port Arthur kwam ik aan bij Stewarts Bay Lodges, waar ik huisje 38 kreeg. Weer erg mooi, met uitzicht op het bos en een stukje van Stewarts Bay. Ik heb zelfs een bubbelbad. Ga ik vanavond proberen! Er is geen WiFi in de huisjes, maar wel bij het restaurant, dus dat is rustig. Vanmiddag nog even vanuit dit park langs de waterfront track naar Port Arthur gelopen. Een historische plaats, waar begin 19e eeuw duizenden Engelse gevangenen zaten. Het was er toeristisch druk. Via de weg weer terug gelopen. En toen zat er vlak bij mijn voordeur een kleine Walibi te kijken. Zo is iedere dag weer een verrassing. Bij de receptie heb ik een boekje met wandelingen gekregen, dus dat ga ik vanavond maar eens bestuderen.

Bicheno

Zondag 18 febr. Gisteren avond toen het al donker was hoorde ik de pinguïns. Ik met de zaklantaarn, die er speciaal voor aanwezig was, naar buiten. Wel een video gemaakt om het geluid vast te leggen, maar ik heb ze niet gezien. Vanochtend werd ik pas wakker toen het al licht was en ik heb ze niet meer gehoord of gezien. Omdat er vanmiddag regen voorspeld is ben ik op tijd vertrokken om een wandeling langs de kust te maken. Om Bicheno heen, over een leuk pad. Soms over de rotsen, dan weer kleine paadjes tussen de struiken en over strandjes. En steeds maar weer die branding, die op de rotsen slaat. Het blijft een mooi gezicht. Ook weer bramen geplukt. Aan het einde van het misschien 3 km lange pad was ook nog een blow hole. Daar spuit het water met veel kracht tussen de rotsen door. Toen hielt het pad op en kwam ik in een villawijk terecht. Via de de Lookout Rock terug door het “centrum” van Bicheno naar mijn huis. Toch 3 uur onderweg geweest. En toen begon het inderdaad te regenen. Niet hard, maar het trok wel helemaal dicht. Ik had eerst nog bedacht ‘s middags een eind naar het noorden te rijden en via de bergen weer terug, maar dat leek me met dit weer geen goed idee. Daarom de rest van de dag, lekker lui gedaan. Foto’s op Dropbox gezet en lekker zitten lezen. Moet tenslotte ook genieten van mijn mooie onderkomens.

Freycinet National Park

Zaterdag 17 febr. Vandaag een tocht gepland naar Freycinet National Park. Eerst 12 km terug over de weg van gisteren. Toen links af nog 28 km tot de ingang van het park. Mooie weg door bos en af en toe uitzicht op een kust. In Nederland zal je niet gauw een weg tegenkomen waarop je al die tijd geen enkel huis ziet, zelfs geen schuurtje. Het is half bewolkt en wordt zo’n 23 graden. Het was erg druk op parkeerplaatsen. Het is natuurlijk weekend. Eerst naar de Wine glass Bay lookout. De tijden die er voor staan zijn ruim genomen. Daar was een mooi uitzicht over de Wine glass Bay. Op de kaart is het inderdaad net een wijnglas. Maar wat was het er druk. Het was bijna file lopen. Daarna doorgelopen naar beneden naar het strand. Er stond een bord dat het een “steep slippery track” was. Nou dat viel reuze mee. Keurige trapjes van stenen en hout. Haast niemand loopt met wandelstokken en ik ben een paar keer aangesproken dat het ze zo handig leek. Gelukkig was dit stuk niet zo druk. Op het strand heb ik een hele tijd naar de golven zitten kijken. Wat een stroming zeg. Een paar video’s gemaakt, maar ik weet niet hoe ik die op de blog moet zetten. Moet via you tube en ik heb eerlijk gezegd geen zin me daar in te verdiepen nu. Dezelfde weg weer omhoog en omlaag. Op de terugweg nog even een afslag genomen naar “Friendly Beaches”. Daar was een heel rustig strand. Een Tassie gesproken die een Nederlandse oma had. Terug in mijn huisje lekker op terras gezeten om dit te schrijven. Om 19 uur gebeld met Karin en de jongens. Ze vonden het machtig interessant dat oma aan de andere kant van de wereld zat en het daar 10 uur later was. Morgen gaat het weer regenen, maar de rest van de week wordt het weer beter. Het was weer een mooie dag.

Naar Bicheno

Vrijdag 16 febr. Vanochtend was ik al vroeg wakker. Het regent en stormt nog steeds. Ik moet vandaag 270 km rijden, dus ben om 8 uur vertrokken. Een lange slingerende afdaling uit de bergen en al gauw klaart het weer op. Het is weer een een heel ander landschap met rondom bergen. Het gras wordt ook al weer geler. Na 85 km in Deloraine benzine getankt en boodschappen gedaan bij de Woolworth. Levensmiddelen zijn hier een stuk duurder dan bij ons. Bij 2 banken gevraagd naar veilig internet, want ik moet mijn creditcard betalen, maar dat is er niet. Verder in Campbell nog even gestopt en wat foto’s gemaakt om vast te leggen hoe de gemiddelde plaatsjes er hier uit zien. Wel heel anders dan in Nederland. Allemaal lage bouw, van één verdieping met veel golfplaten als dak en muren. Het laatste stuk over de Great Eastern Drive naar Bicheno. Dit ligt aan de oostkust. Ik heb weer een schitterend huisje met uitzicht op de oceaan. En... er is beveiligde WiFi. Dat is mooi. Er is ook een wasmachine, dus die heb ik meteen maar in gebruik genomen. ‘s Middags nog even via een wandelpad langs de rotsen en het strand richting Bicheno gelopen. Onderweg bramen geplukt. Er schijnen hier ‘s avonds vaak pinguïns in de tuin te komen, maar ik heb ze nog niet gezien.
Allemaal bedankt voor jullie reacties. Ik probeer jullie vragen in mijn verhaal te beantwoorden.
Nog even iets over Tasmanië in het algemeen. Het is een eiland, ten zuiden van Australië en ongeveer 3x zo groot als Nederland. Er wonen maar een half miljoen mensen, waarvan de meesten in de hoofdstad Hobart. Dus kun je nagaan wat een ruimte er is. Tasmanië zou Nieuw Zeeland in het klein zijn, maar ik vind niet hetzelfde. De bossen zijn toch weer anders. Veel eucalyptus en meer dood hout en half kale bomen. De stranden lijken er wel op en vulkanen zijn hier ook niet. De bergen zijn ook niet zo hoog ( tot 1500). Tot nu toe vind ik de Tasmaniërs ook wat afstandelijker. Maar ja, wat zijn Tasmaniërs? Het is natuurlijk allemaal import. Het valt me op dat er erg veel Chinezen zijn. Maar de natuur is ontzettend mooi. Tot zo ver weer.